Tuesday, December 6, 2011

Kaasloodjes

Dergelijke loodjes werden gebruikt als stempel om de Texelse schapenkaas te merken. De oudste vermelding van deze merken dateert vooralsnog uit 1477, in de Keuren en Statuten van Texel. Als basis voor de schapenkaas mocht alleen volle schapenmelk gebruikt worden, niet afgeroomd en niet gedeeltelijk vervangen door koemelk. Alle partijen kaas met een gewicht van 10 pond of meer en bestemd voor de uitvoer (uitvoer vanaf Texel) moesten gekeurd worden door een keurmeester in de stedewage. Bovendien moest iedereen zij eigen merk in de kaas afdrukken, opdat knoeierijen achterhaald konden worden (Gemeentearchief Texel nr. 1, keuren en statuten). Uit latere keuren blijkt dat dit particuliere merk langzamerhand vervangen werd door een eilandmerk, een rond loden plaatje met een middellijn van circa 4 centimeter, waarin een anker was gegoten en aan weerszijden de letters T X. De gemeentelijke keur van 1777 stelde een boete van drie gulden op iedere kaas van onzuivere (=mastelijne) samenstelling: soms gebruikte men dan afgeroomde melk of gedeeltelijk koemelk. De weinige Texele boeren die nog Texelse schapenkaas vervaardigen, gebruiken nog steeds dit merk: Anton Bakker van de kaasboerderij Wezenspijk en Jan Willem Bakker van de kaasboerderij de Waddel. In zowel de Oudheidkamer in Den Burg als het Cultuurhistorisch Museum Texel in De Waal bevinden zich enkele van deze loden schapenkaasmerken.

(Bron: van Wilma Eelman op vraag van Jan Jaap Waverijn)

No comments:

Post a Comment